Simson en Delila
Richteren 16
Simson is erg sterk. Die kracht heeft hij van God gekregen om het volk Israël tot hulp te zijn. Het geheim van zijn kracht zit hem in zijn lange haren die hij nooit mag afknippen. De Filistijnen (het volk dat constant in oorlog is met Israël) probeert achter zijn geheim te komen. Delila, een mooie Filistijnse vrouw, gooit al haar charmes in de strijd om hem zijn geheim te ontfutselen. Simson verzint eerst een aantal dingen die niet waar zijn. Hij vertelt bijvoorbeeld dat als zijn haren worden geweven in een weefgetouw, hij zijn kracht verliest. Als de Filistijnen komen blijkt hij echter nog steeds even sterk te zijn. Uiteindelijk vertelt hij Delila de waarheid. Dit wordt hem fataal.
Simson is erg sterk. Die kracht heeft hij van God gekregen om het volk Israël tot hulp te zijn. Het geheim van zijn kracht zit hem in zijn lange haren die hij nooit mag afknippen. De Filistijnen (het volk dat constant in oorlog is met Israël) probeert achter zijn geheim te komen. Delila, een mooie Filistijnse vrouw, gooit al haar charmes in de strijd om hem zijn geheim te ontfutselen. Simson verzint eerst een aantal dingen die niet waar zijn. Hij vertelt bijvoorbeeld dat als zijn haren worden geweven in een weefgetouw, hij zijn kracht verliest. Als de Filistijnen komen blijkt hij echter nog steeds even sterk te zijn. Uiteindelijk vertelt hij Delila de waarheid. Dit wordt hem fataal.
KNUTSELACTIVITEIT: onderzetter weven
Nodig:
- kartonnen bord - wol (verschillende kleuren) - schaar - (eventueel een breed stokje) WERKWIJZE 1- Knip het bord op de rand steeds 2 cm in. Zorg dat er ongeveer 2,5 cm afstand zit tussen twee knippen. Je moet een ongelijk aantal knippen in het bord zetten, anders kan je de draad niet goed weven. 2- Span de draad van de ene kant van het bord naar de andere kant van het bord. De laatste draad span je niet naar de overzijde van het bord, maar naar het midden. Met deze draad bind je alle draden bij elkaar. 3- Weef vervolgens verder met deze draad in de rondte. Boven- onder- boven - onder - etc. 4- Als je een nieuwe kleur draad pakt, knoop je deze aan de vorige draad vast. Zorg dat de knoop aan de onderkant van je weefwerk komt. Maak de onderzetter zo groot als je zelf wil. Je kunt weven met een klein bolletje wol of met een houten stokje (bijvoorbeeld tapaprikker). In dit stokje maak je aan de bovenzijde en onderzijde een inkeping. Hier span je het draad omheen. 5- Als je klaar bent met weven draai je het bord om. Je knipt nu twee naast elkaar liggende draden door. 6- Knoop de draden boven het weefwerk aan de voorzijde aan elkaar vast. Dit doe je ook met de overige draden. Je houdt één draad over. Die knoop je aan een ander paar. Optioneel: I.p.v. een kartonnen bord kan je ook een stuk dik karton (bijvoorbeeld van een kartonnen doos) gebruiken. Je maakt dan knipjes in de boven- en onderzijde van het karton en spant de draden over en weer. Je krijgt dan geen rond kleedje, maar een vierkant of langwerpig kleedje. Bij een karton is het makkelijker weven met een stokje dan met een bolletje wol. |
1
4a- weven met een bolletje wol
6
|
2
4b- weven met
een stokje onderzetter
|
3
5
Optie: langwerpig of vierkant kleedje
|